Ondanks dat er officieel honderden geregistreerde therapieën bestaan (ja, echt!) werken ze allemaal ongeveer even goed. In tweederde van alle gevallen worden met psychotherapie blijvende resultaten behaald, maar in de helft daarvan is het effect gering. Het soort therapie of de therapeutische achtergrond van de therapeut is niet doorslaggevend.
Hoe kun je verklaren dat al die therapieën ongeveer even goed werken? Ze delen allemaal een aantal essentiële overeenkomsten met elkaar, zoals:
Placebo-effect: Alleen al het placebo-effect en de motivatie van de cliënt kunnen een wereld van verschil maken. Het placebo-effect is veel sterker dan de meeste cliënten (én therapeuten) zich realiseren
Delen: het (eerlijk) delen van je klachten verlicht de emotionele last en verandert vaak je houding t.o.v. die klachten. Vooral wanneer de therapeut goed luistert, aansluit bij jouw belevingswereld en vervolgens met goede praktische adviezen komt
Daadkracht: Door in therapie te gaan besluit de cliënt eindelijk iets aan zijn klachten te doen en hij/zij moet daar tijdens elke sessie verantwoording afleggen bij de therapeut. In therapie word je (meestal) gestimuleerd iets concreets aan je klachten te doen. Dat zorgt ervoor dat cliënten ook nieuwe ervaringen, inzichten en gevoelens opdoen die het gepieker doorbreken.
Doorbreken van vermijding: Veel psychische klachten, zoals angst, worden in stand gehouden doordat cliënten hun best doen die klachten te voorkomen. Iemand die sociaal angstig is probeert sociale situaties te vermijden, maar daardoor houden zijn problemen ook stand. Alleen door concreet iets aan de klachten te doen wordt ook de vermijding doorbroken.
Nieuw perspectief: elke therapie geeft een alternatieve verklaring voor je klachten (en daarbij horende oplossing of stappenplan). Nieuwe perspectieven – vooral wanneer ze hoop en motivatie bieden – stimuleren de cliënt om in actie te komen
Kortom: therapie kan nuttig, maar het is geen wondermiddel. Het is gepast om als therapeut bescheiden te zijn en als cliënt kritisch. Wees achterdochtig als een therapeut of zelfhulpgoeroe zijn behandeling verkoopt als de beste uitvinding sinds het wiel.
Waarom toch in therapie?
Uit onderzoek blijkt dat mensen die zelfstandig gedragsverandering nastreven slecht 1 op de 8 keer echt doorzetten.
Veranderen is lastig! Jouw brein is gemaakt om verandering te weerstaan en te saboteren. Om die weerstand te doorbreken is het nuttig als een therapeut jou een spiegel voorhoudt en je bij de les houdt. Inzicht alleen is zelden genoeg om succesvol te veranderen. Een goede therapeut of coach helpt jou door de moeilijke momenten heen totdat de gewenste verandering een nieuwe gewoonte is.
Cliënten gaan meestal pas in therapie omdat hun eigen ‘oplossingen’ niet hebben gewerkt. Vaak is het zelfs zo dat precies de nagestreefde oplossingen de problemen juist in stand houden. In die gevallen is een andere invalshoek nodig om de gewenste verandering wel te bereiken. Een goede therapeut geeft jou nieuwe perspectieven op jezelf en je klachten. Dat is nodig omdat jouw brein gemaakt is om zichzelf voor de gek te houden. Een goede therapeut kent de standaard trucs en blinde vlekken van het brein en laat ze jou zien.
Vooral bij relatieklachten kan een onpartijdige bemiddelaar nodig zijn om de vicieuze cirkel waarin twee partners klemzitten te doorbreken. Lees hier mijn stuk over relatietherapie en ontdek waarom dat zo is.
Meer lezen?
Lees hier welke therapie of therapeut bij jou past.
Lees hier welke therapeutische uitgangspunten ik hanteer
Leer hier waarom veranderen zo lastig is (en therapie vaak onsuccesvol)